Wat mag en kan ik zelf doen?

Helpen bij het geven van de laatste verzorging

De wet zegt dat iedereen die ‘kennis heeft van het overlijden’ aangifte kan doen. Meestal doet de uitvaartondernemer dit, maar waarom een geboorte wel zelf aangeven en een overlijden niet?

De naam van degene die aangifte doet komt op de overlijdensakte te staan. Bij het doen van de aangifte moet u de door de arts verkregen overlijdensverklaring overleggen. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand stelt een akte van overlijden op. Deze akte is het bewijs van overlijden; u kunt afschriften krijgen om bij de notaris en instellingen het overlijden aan te tonen. De ambtenaar van de Burgerlijke Stand geeft tevens het verlof tot begraven of cremeren.

Beslissen of de overledene een conserverende behandeling moet ondergaan.

De overledene mag een conserverende behandeling ondergaan die ten hoogste tien dagen effect heeft (een lichte balseming ook wel thanatopraxie genoemd). Dat kan alleen als duidelijk is dat er geen orgaandonatie plaatsvindt. Nabestaanden mogen zelf beslissen of er thanatopraxie zal worden toegepast op de overledene.

De overledene zelf afleggen, thuis opbaren en in de kist leggen.

Wanneer u niet weet hoe u een overledene moet afleggen of als u dat niet (geheel) zelf wilt doen, kunt u hulp vragen van een deskundige. Een verpleegkundige of overledenenverzorger kan u hier bij helpen. U kunt er ook voor kiezen om de laatste verzorging samen met een deskundige uit te voeren. In overleg met deze persoon kunt u van te voren aangeven wat u wel of niet wilt doen. Het is ook mogelijk om het verzorgen te bekijken zonder dat u zelf iets hoeft te doen. Overlijdt iemand in een ziekenhuis of verpleeghuis dan moet u nadrukkelijk kenbaar maken dat u bij het afleggen aanwezig wilt zijn.
Thuis opbaren kan altijd, ook als iemand in het ziekenhuis is overleden. Voor het thuis opbaren kan via de uitvaartonderneming een koelelement worden gehuurd. Wanneer thanatopraxie is toegepast hoeft er geen koelelement te worden gebruikt. Soms is het in een koel jaargetijde voldoende om de ramen op een kier te zetten. Nare geuren kunt u voorkomen met wierook, absorberende korrels of gemalen koffie.

Zelf een kist maken

Het enige dat de wet over de kist zegt is dat deze niet vervaardigd mag zijn van kunststoffen of metalen. Een uitzondering wordt gemaakt voor de kleine delen zoals handvatten, schroeven en ornamenten, omdat deze bij crematie makkelijk van de kist verwijderd kunnen worden en bij begraven de ontbinding van het lijk niet in de weg staan. Een crematiekist moet uiteraard uit brandbaar materiaal bestaan. Begraafplaatsen en crematoria kunnen bepaalde voorschriften hanteren wat betreft de afmetingen van de kist. Informeer hierover vooraf bij de betreffende begraafplaats of crematorium. Gebruikelijke afmetingen zijn 180 tot 200 cm lang en 50 tot 55 cm breed. In het hoofdstuk begraven en cremeren is een film te zien waarin stap voor stap wordt uitgelegd hoe u zelf een kist kan maken en welke materialen u daarvoor nodig heeft.

De wet heeft regels voor het aanleveren van een kist of lijkwade bij de begraafplaats of het crematorium. Op de kist of op een ander omhulsel van het lijk wordt een registratienummer aangebracht, dat correspondeert met het nummer, vermeld op een bijgevoegd document dat tevens de namen, de data van geboorte en overlijden van de overledene dan wel de geslachtsnaam van de doodgeborene bevat.

Men kan voor dit document een kopie van het verlof tot begraven of cremeren gebruiken, waar men een zelf verzonnen nummer op aanbrengt. Datzelfde nummer zet men dan met bijvoorbeeld een sticker of een viltstift (op een onzichtbare plaats onder) op de kist. Dan is duidelijk dat deze papieren bij deze kist horen. Bij crematie voorziet het personeel van het crematorium het lijk van een vuurvast identificatie-steentje, zodat men later de herkomst van de as vast kan stellen om verwisseling te voorkomen.
Kistenfabrikanten leveren over het algemeen niet aan particulieren, maar het gebeurt wel.
Tegenwoordig zijn er in diverse plaatsen uitvaartwinkels waar men als particulier een kist kan kopen.

Zonder kist begraven of gecremeerd worden

Een overledene hoeft niet per se te worden begraven of gecremeerd in een kist. Er mag ook een ander omhulsel gebruikt worden, bijvoorbeeld een lijkwade, mits deze vervaardigd is van vergankelijk materiaal. Een lijk, zonder enig omhulsel , begraven of cremeren mag niet. Men moet de overledene namelijk hygiënisch vast kunnen pakken bij het dalen in het graf of het invoeren in de oven.
Kiest u voor een ander omhulsel dan een kist dan is het belangrijk vooraf bij het crematorium of de begraafplaats te informeren of dit mogelijk is, want er zijn begraafplaatsen en crematoria die dit weigeren, bijvoorbeeld vanwege hygiënische redenen.

De kist in een ander vehikel dan een rouwauto vervoeren

De wet bevat geen enkel voorschrift betreffende het vervoer van overledenen naar een mortuarium of een andere plaats van opbaring, een begraafplaats of een crematorium. In principe mag alles. Een enkele gemeente heeft in een Algemene Plaatselijke Verordening nog regels staan voor het vervoer naar de begraafplaats. Maar dit zijn uitzonderingen gebaseerd op verouderde wetgeving.

Naar het graf toedragen en in het graf laten zakken

U bent niet verplicht dragers in te huren. Begraafplaatsen zullen geen bezwaar maken als u de kist zelf in het graf wilt laten zakken en de kuil vervolgens zelf dichtgooit, maar overleg hierover vooraf met de begraafplaats.

Bij de verbranding van de overledene aanwezig zijn

De wet legt u niets in de weg als u ook de verbranding van het lijk wilt bijwonen. Of hier aan tegemoet kan worden gekomen hangt echter geheel af van het beleid en de inrichting van het crematorium. In sommige crematoria is de ovenruimte erg krap en heeft men nauwelijks of geen ruimte voor bezoekers. Het is overigens zo dat steeds meer crematoria hun ovenruimte dusdanig hebben aangepast dat nabestaanden op een goede manier aanwezig kunnen zijn bij het invoeren van de kist. Maar wederom: overleg hierover vooraf.

BELANGRIJK OM TE WETEN:

Begrafenis of crematie mag pas na 36 uur na overlijden en uiterlijk op de 6e werkdag na overlijden